De voorgangers in de Gemeente.
Evangelist: Johannes Elias Feisser
In 1849 nam Feisser als voorganger afscheid van de gemeente Nijveensche Mond en vestigde zich in Nieuwe Pekela. Zijn woning werd letterlijk afgebroken en in Nieuwe Pekela weer opgebouwd. Dit betekende niet dat de band met de gemeente Nijveensche Mond werd door gesneden. Heel vaak gingen Feisser en Speelman, die ook in Nieuwe Pekela woonde, naar de middagsamenkomsten van Nijveensche MondIn 1849 nam Feisser als voorganger afscheid van de gemeente Nijveensche Mond en vestigde zich in Nieuwe Pekela. Zijn woning werd letterlijk afgebroken en in Nieuwe Pekela weer opgebouwd. Dit betekende niet dat de band met de gemeente Nijveensche Mond werd door gesneden. Heel vaak gingen Feisser en Speelman, die ook in Nieuwe Pekela woonde, naar de middagsamenkomsten van Nijveensche Mond.
verder
Na het vertrek van Feisser (1849) kwam de gemeente voornamelijk onder leiding van Roelof Reiling en Johannes Kruit tot stichting en opbouw van het geloofsleven bij elkaar.
Ook werden er gastsprekers uitgenodigd om in de zondagsdiensten of in de wekelijkse bijeenkomsten het Woord van God te verkondigen
Op 2 juni 1865 overleed Johannes Elias Feisser. Zijn lijfspreuk was: “Spreek alzo, doe alzo”.
In de zomer van 1855 werkte evangelist Merkhoff, afkomstig uit de evangelistenschool van ds. J. de Liefde, vooral onder Duitse veenarbeiders in Stadskanaal.
Een ander evangelist, K. Nolleman, preekte in juli 1855 in de schuur van Albert Wolters te Drouwenermond.

Ook E. Gerdes kwam in 1858 naar Stadskanaal om ter plekke en in de omgeving te evangeliseren. Later werd hij gedoopt en werd daarmee lid van de gemeente. Hij werd gedoopt in een houten doopvont en warm water. Voor sommige baptisten een onwaardige doopvorm.
In het najaar van 1858 vertrok Gerdes. Avondmaal vieren met nieuw bekeerden zonder gedoopt te zijn was het breekpunt.
Ds. De Liefde vond dat het werk te Stadskanaal en omgeving voortgezet moest worden. Hij stuurde daarom zijn leerling Jacob Witmond. Deze preekte elke week bij A. Wolters in diens schuur. Maar ook ging Witmond voor in de samenkomsten bij H. Kruit te Boerveenschemond en R. Reiling te Gasselternijveen.
Na Witmond’s doop en mede door zijn zegenrijke werk groeide de gemeente in 1864 naar 90 leden.
Weer ontstond er verdeeldheid over de open en gesloten avondmaalsviering.
Witmond vertrok in 1865 naar Haarlem om daar zijn werk als evangelist voort te zetten.

Oud China-zendeling Hendrikadius Zwaantinus Kloekers was op de hoogte gebracht van het baptisme in de Veenkoloniën. In november 1866 bracht hij een bezoek aan Stadskanaal en Groningen. Op de bidstond van 28 november 1866 besloten alle broeders en zusters van de gemeente deze zendeling uit te nodigen om onder hen te komen werken. Op 15 januari 1867 verbond Kloekers zich aan de gemeente met een preek over 1 Cor.2:2. Hij kreeg te maken met “oppositie” en moest optreden tegen “ongedoopte gasten”; bovendien waren sommigen tegen het dopen in een doopvont.

De gemeente verhuist op 7 juli 1867 naar Stadskanaal.
Lees hierover verder onder -De eerste kerk-

+++++++++
De invloed van Kloekers op de gemeente werd duidelijk in beginselvastheid ten aanzien van de doop, het avondmaal en het geestelijk leven.

In 1875 werd Kloekers voorganger van de geïnstitueerde gemeente Nieuwe Pekela (7 november 1875). Hij woonde reeds in Nieuwe Pekela want in september 1870 was hij gehuwd met de weduwe van dr. Feisser.
Hendrik Kruit

Een van de eerste zeven gedoopten, Hendrik Kruit, werd de opvolger van Kloekers. Onder zijn leiding werd al in 1858 begonnen met zondagsschoolwerk in de Gasselterboerveenschemond.
In het jaar 1881 werd, in Foxhol, de Unie van Baptistengemeenten opgericht .
Opbouw en uitbouw van de gemeente
Op 16 februari 1890 deed ds. N. van Beek, komende van de gemeente Groningen, zijn intrede als voorganger.

Ds. Van Beek werkte o.a. aan de wederopname van de gemeente in Unieverband. En nadat de gemeente de Uniegemeenschap in 1886 verlaten had, werd zij weer opgenomen in 1896.
Op 8 januari 1911 nam ds. N. van Beek afscheid van de gemeente en vertrok naar Den Haag.
We gaan naar 4 juni 1911 . De zeer bekwame charismatische man ds. Jan Willem Weenink deed zijn intrede. Hij was in 1886 te Dieren geboren en afgestudeerd aan Spurgeon’s college te Londen (1911).

Een onuitwisbaar stempel heeft ds. Weenink gedrukt op de gemeente en op landelijk niveau. Ja, zelfs buiten de gemeente om heeft deze voorganger veel gedaan. Hij was o.a. jarenlang voorzitter van het Groene Kruis.
Het houden van “jongeliedenvereniging” is legendarisch geworden. Oudere inwoners van Stadskanaal kunnen daarover meepraten. Dat werk resulteerde in het oprichten van de Nederlandse Baptisten Jeugd Beweging (N.B.J.B.) in het jaar 1925.

Verder was ds. Weenink betrokken bij het starten van de Unie Bouw Stichting (U.B.S.), Tabithawerk en het uitgeven van de zangbundel “Lofzangen en Gebeden”.
Maar ook de gemeente groeide onder zijn dynamische leiding. In 1920 waren er 250 leden, in 1940 386!
Ruim 36 jaar heeft hij in de oudste Baptisten gemeente gewerkt. Van 4 juni 1911 tot september 1947.

Geertruida Reiling, dochter van J. Reiling en kleindochter van R. Reiling, vertrok in 1923 als zendeling naar (Belgisch) Kongo, nu Zaïre.
Ds.Weenink en zijn vrouw gaven een sterke stimulans om deze vrouw te ondersteunen door het oprichten van de Nederlandse Baptisten Vrouwen Beweging “Zusterhulp” (N.B.V.B.) in 1932
Kerstkisten met materialen enz. werden ingezameld en vervolgens verzonden naar het zendingsveld.

In 1926 maakten br. en zr. Weenink een reis naar Australië om daar te werven voor de kerkbouw in Nieuw Buinen. Ook dat lukte wonderwel. Met financiële ondersteuning van broeders en zusters uit Australië kon men beginnen met de bouw van een kerkje aan het Dwarsdiep. Dit werd in gebruik genomen in november 1928



Het honderdjarig bestaan van de gemeente kon niet op de dag zelf worden gevierd vanwege de tijdsomstandigheden

Maar op donderdag 11 juli 1946 kon de herdenkingsdienst, waarin ds. J.W. Weenink voorging, gehouden worden.
Aan een zegenrijke arbeidsperiode kwam een eind.
Ds. J.W. Weenink vertrok eind september 1947 naar Haarlem.
Na het vertrek van ds. J.W. Weenink naar Haarlem had de gemeente 2 jaar geen voorganger.

Met de komst van ds. G.W. Tijman op 16 oktober 1949 kwam daar een eind aan.
Hoewel de post Musselkanaal zelfstandig was geworden bleef men in Stadskanaal worstelen met ruimtegebrek. Plannen werden gesmeed om tot nieuwbouw van kerk en pastorie te komen. De pastorie kon spoedig verwezenlijkt worden.

Ondanks het feit dat de migratie naar andere delen van het land volop aan de gang was kon de gemeente zich goed handhaven.
Op 2 oktober 1960 nam ds. Tijman afscheid en vertrok naar de Baptisten gemeente Haarlem, evenals zijn voorganger ds. Weenink.

zusterhulp
ds. G van ’t Wout
-
Voorganger Stukker - Voorganger Stukker
Wat in de periode Tijman niet gelukte kwam in de werkperiode van ds. H.J. Stukker wel van de grond, namelijk een nieuwe kerk. Op 8 februari 1964 kon de moderne kerk aan de Handelsstraat 8a in gebruik genomen worden. De jeugdzaal kreeg de toepasselijke naam: ds. J.W. Weeninkzaal.
In februari 1967 nam ds. Stukker afscheid van de gemeente en vertrok naar Arnhem waar hij zijn overleden zwager opvolgde.
Op de dag van zijn afscheid werden er 36 zusters en broeders gedoopt.
Voorganger O. Oldenburger
Op 18 februari 1968 deed ds. O. Oldenburger, komend van Vroomshoop/Daalerveen, zijn intrede.

Onder leiding van ds. Oldenburger mocht de gemeente in mei 1970 haar 125-jarig bestaan vieren. De gemeente was levendig en vitaal, getuige de 430 leden.
In mei 1970 werd de eerste spade in de grond gestoken voor een kerk in Plan ter Maars.
Op 5 juni 1971 was het zover:
De nieuwe tweede kerk kon in gebruik worden genomen.
Ds. Oldenburger ging met de broeders en zusters mee die naar deze kerk gingen, hierna Stadskanaal Zuid genoemd.
-+-+-+
Later ook zelfstandig:
- Stadskanaal Zuid op 23 mei 1975 en
- Nieuw Buinen op 30 mei 1975.
De wijkgemeente Stadskanaal Noord kreeg in ds. J.H. Hofman op 7 november 1971 haar nieuwe voorganger

De wijkgemeente Stadskanaal Noord werd als de voortzetting van de oude gemeente beschouwd. De gemeente bleef achter met een zeer grote kerk en de leeftijdsopbouw van de gemeenteleden was ook danig verstoord wat in de toekomst zou doorwerken in het verkiezen van ouderlingen en diakenen.

In oktober 1982 nam ds. J.H. Hofman na een werkperiode van elf jaar afscheid van de gemeente. Hij vertrok naar de gemeente Groningen Noord.

Op 8 april 1984 deed ds. Pieter Jager, komende van de gemeente Harderwijk, zijn intrede.
De gemeente Stadskanaal Noord heeft van 14 tot 28 mei 1995, als voortzetting van de gemeente Gasselternijveen/Stadskanaal,
haar 150-jarig bestaan gevierd.
Ds. P. Jager vertrok op 26 augustus 2001 als voorganger naar de gemeente Hengelo.
De gemeente bleef herderloos achter.
Ds. Roel Meijer volgde, hij was ook leraar op een school in Stadskanaal. Hij probeerde deze twee te combineren. Dat bleek erg moeilijk.
Om hem te helpen werkte hij in het begin samen met br. Jan Brouwer. In 2010 zette hij zich in samen met Jan voor een koerswijziging. Kijk daarvoor op de pagina speciale momenten. Maar langzamerhand trok hij zich terug. School eiste te veel tijd.
Br. Jan Brouwer ook uit Stadskanaal kreeg steeds meer te doen en werd in 2011 eerst tot reserve dominee en later voor 40% in dienst genomen. In 2016 werd dat veranderd in een baan van 60%.
Omdat er een meningsverschil was is per 30 juni 2018 Jan vertrokken.
Zondag 5 januari 2020 is Gonda Gelling ingezegend als Pastoraal medewerker. Ze was al lid van de gemeente en iedereen kent haar.